Gepolariseerd trainen: the coffee ride!

Het is misschien mode te noemen, of misschien wel een wetenschappelijke paradigma. Maar het lijkt erop dat de wetenschap het behoorlijk eens is over hoe duursporters hun trainingsintensiteit gedurende hun seizoen moeten inrichten. Het toverwoord van de laatst 5 à 10 jaar is gepolariseerd trainen. Veel (of lees: bijna alle) onderzoeken naar de effectiviteit van deze trainingsopbouw is gedaan bij (sub)top atleten. Toch kunnen we een vertaalslag maken naar ons  ´normale´ fietsers. De ´Coffee rides´ zijn eigenlijk nog wetenschappelijk te onderbouwen ook.

Trainingszones

Voordat we verder ingaan op het polarisatie model, is het goed om een overzicht te hebben in verschillende training intensiteitszones. In het licht van deze polarisatie wil ik voor stellen om dit ook eenvoudig te houden. Er zijn vele modellen en ervaringen rond het gebruik van intensiteitszones, echter ze zijn allemaal terug te brengen naar een 3 zone model.

model gepolariseerd trainen
De drie trainingsmodellen in één overzicht

De eerste zone kenmerkt zich door een lage intensiteit. Sporters hebben snel de neiging om te hard te trainen in deze zone. Omvang is hierbij het magische woord en niet de intensiteit. In Noord Europa zullen we hier toch creatief mee om moeten gaan in de winter. Trainingskampen in het diepe zuiden zijn daarbij een uitkomst. Maar zeker wanneer het weer en andere stakeholders het toelaten, is omvang training met een lange intensiteit een ´must do´.

Zone 2 staat bekend als (sub) threshold training. Dit kenmerkt zich in een relatief hoge intensiteit bij een relatief lange duur. Een mooi voorbeeld is een tijdrit van 60 minuten. Continu (sub) maximaal gaan maar net niet/net wel in het ´rood´. Zeer zware training die een fysiologische stress-aanslag plegen op je lichaam. Uit onderzoekt blijkt dan ook dat deze trainingsvorm zich niet kenmerkt door een hoge effectiviteit. Dus 90 minuten maximaal knallen om een zo hoog mogelijk gemiddelde snelheid te krijgen, is niet vaak een effectieve vorm van trainen.

In zone 3 mag je hard en intensief trainen, maar wel kort en altijd in intervalvorm; de welbekende blokjestrainingen. In een vorig blog hebben we de High intensity intervall Training (HiiT) al besproken. Effectiviteit van deze training is hoog op zowel power output maar ook op duurvermogen. Een veel voorkomende vorm in de wetenschap is de 4 x 4 minuten training. In onderstaande grafiek wordt deze training weergegeven. Cruciaal zijn uiteraard de trainingsprincipes die we hebben beschreven in het vorige blog over HiiT.

Grafiek gepolariseerd trainen vs threshold modellen
Grafische weergave van de verschillen in het percentage trainingen tussen de twee modellen

80/20 regel

Gepolariseerd trainen houdt in dat je een duidelijk onderscheid maakt in je intensiteit tijdens je trainingen. Simpel gezegd: of je traint kort en hard(zone 3)  of lang en rustig(zone 1). Probeer weg te blijven van zone 2; slechts een enkele keer kun je deze integreren in je training, bijvoorbeeld als wedstrijdsimulatie om eens te kijken hoe de vlag ervoor staat. De conclusie die we vanuit de wetenschap mogen overnemen is dat we 80% van onze trainingssessies op een lage intensiteit moeten uitvoeren. Lees goed dat het hier gaat over het aantal sessies en niet over de tijd. Om effectief te trainen zullen we dus misschien ook wel gemiddeld langzamer moeten gaan fietsen. Vergeet je gemiddelde snelheid gedurende zo’n rit. Kijk er niet naar, want het heeft geen enkele waarde. Een ‘group ride’ of een ‘coffee ride’ zijn mooie gelegenheden om de lage intensieve training te doen, ook om het sociale karakter. In onderstaande grafiek wordt de 80% / 20% regel wat gechargeerd weergegeven om een goede vergelijking te krijgen met het Threshold model.

4x4 interval serie
Het bekende 4×4 model

De 20% die we spenderen op een hogere intensiteit kunnen we functioneel inrichten. Dit houdt in dat naarmate je dichterbij je seizoendoelen komt, je specifieker intervallen/trainingen kan gaan doen die je evenement simuleren(indien nodig zone 2).  Daarbij dus niet vergeten de lage intensieve trainingen te blijven doen. Zelfs in deze periode zul je er voor moeten kiezen om het verschil tussen lage en hoge intensiteit nog duidelijker te maken.

In een volgend blog zullen we ingaan op het bepalen van intensiteit en de tools die ons daarbij kunnen helpen. Wil je meer praktische tips hebben of ook goed omvang trainen in een prachtige omgeving? Kijk dan eens verder op deze site voor de unieke mogelijkheden op nog geen 4 uur rijden van Utrecht.

Tacx. Het monster op zolder.

Tacx trainingen
Het monster

De Tacx. Vaak het monster op zolder, in de garage of de slaapkamer of zelfs midden in de woonkamer. Onder het afdak wordt het loeder ook wel gezien en ik ken mensen die in de douche Tacxen vanwege ruimtegebrek. Niet eens zo’n slechte plek, gezien de 100% overmatig zweetgarantie. Zonder reclame te willen maken, gebruik ik hier voor de leesbaarheid en gemak maar even het woord ‘Tacx’, om niet steeds ‘indoorvermogenstrainer’ te hoeven gebruiken. Een Elite, Wahoo of Cylceops zijn natuurlijk meer van hetzelfde en net zo afschrikwekkend. Maar waarom is dat toch, dat afschrikwekkende? In eerste instantie zou je denken “Super idee! Met slecht weer en in de wintermaanden lekker comfortabel in/bij je eigen huis fietsen!” Toch zijn er veel fietsers die hun neus ophalen voor een dergelijk apparaat en zeggen ‘fietsen doe je buiten’. En ondanks de intrede van online applicaties als Zwift en Trainingpeaks die het geheel meer interactief maken en jeu geven, blijft het voor velen een ware marteling en beproeving zich weer op het zadel te hijsen.

Dode mug
Motiverende omgeving..

Starend naar een oneffenheid in het behang of het spartelende poppetje op een laptop dat schuin naast je staat, omdat daar nou eenmaal de omgekeerde wasmand dienstdoet als bureau, denk je: waarom? In hemelsnaam waarom heb ik zo’n ding aangeschaft? Die eerste 3 à 4 keer houd je moed en overtuig je jezelf dat het een goede investering was. Bovendien kun je het ook niet maken tegenover je partner die je al van tevoren had gewaarschuwd dat die 500 euro binnen no-time staat te verstoffen. “Nee, echt niet!” riep je nog. Dus daar zit je dan te hengsten op je pedalen met een houtje onder een van de pootjes tegen het wiebelen, nergens naartoe fietsend. Je had al een zware dag op je werk en het enige wat je wil is op de bank hangen. Maar ja…je zou vanavond gaan Tacxen. Vanochtend nog met jezelf afgesproken en vreemd genoeg had je er toen best zin in. “Vanavond ga ik die zware intervaltraining doen. 4 x 5 minuten op 90%. Moet jij eens opletten wie ik er in maart allemaal aftrap als we weer met de groep buiten gaan rijden.” Het aantrekken van de fietsbroek voelde al als een ‘jasje uitdoen’, dus vanavond toch maar matig intensief. Al was het maar omdat je voor de derde keer op rij vergeten bent de ventilator aan te zetten en de zweetdruppels van de vorige exercitie nog kringen maken in de vloerbedekking. Nu stoppen en het ding aanzetten zou de nekslag betekenen, dus dan maar minder proberen te zweten.

Zweten op de Tacx
Weer de ventilator vergeten.

Hebben die ‘fietsen doe je buiten’ figuren dan toch gelijk? Ja en nee. Ja, fietsen doe je in principe buiten (even de lucky basterds daargelaten, die in de buurt wonen van een wielerbaan en daar rondes mogen rijden). Ook in de wintermaanden is het zeker aan te bevelen om je rondes buiten te maken en momenten te kiezen dat je kunt trainen met de wind in je gezicht. Lees hier in een eerder Blog bijvoorbeeld over Woon-Werk trainingen. MAAR!! Ik moet toch echt een lans breken voor de Tacx. Want het monster verdient ook een lofzang, een ware ode. Ikzelf heb een oud beestje staan van inmiddels 12 of 13 jaar oud die het nog prima doet. Op Marktplaats is een vergelijkbaar model voor 40 euro te scoren. 40 euro voor een fietsonderdeel dat na 13 jaar nog dienstdoet! Ik weet niet hoeveel onderdelen van 13 jaar of ouder er op jullie fiets zitten, maar ik moet het nog tegenkomen. Los van een hels kabaal dat de lagers van de magneetgeremde rol maakt, geeft hij me meer dan genoeg mogelijkheden om te trainen. Ik heb ook gezwift, maar sinds een verhuizing anderhalf jaar geleden, staat de Tacx nu in de schuur waar (nog) geen internet is. Zwift maakt het Tacxen absoluut een stuk minder vervelend en met alle recente uitbreidingen zijn er genoeg mogelijkheden om het op verschillende manier leuk te houden.

Stof op de Tacx
Een hele zomer stofhappen.

Maar het ‘droog’ Tacxen heeft ook wel wat heroïsch. Het vergt nog een portie meer doorzettingsvermogen, nog meer pure wilskracht, het is een mentale training op zich. Beperk je training tot 30 à 45 minuten, plan geen (lange) duurritten op een Tacx. Zelfs de meest geharde en gedisciplineerde trainingsbeesten houden dat niet vol. Ik kan me een artikel herinneren van jaren geleden, dat de Raboploeg hun renners in een bepaalde periode veel op de Tacx liet trainen. Wat bleek: hun meetwaarden gingen duidelijk vooruit, maar hun prestaties op de weg gingen juist achteruit! De verklaring was dat het langdurig Tacxen zo demoraliserend werkte, dat dit resulteerde in ondergemiddelde prestaties op de weg. In het onlangs verschenen boek ‘Tank’ van Bram Tankink, schrijft hij dat voor hem 40 minuten op de Tacx gelijk staat aan een uur fietsen buiten. Immers: op de Tacx staat er altijd druk op de pedalen, waar je buiten nog wel eens de benen stil kan houden of rustig kan meetrappen. Als Bram het zegt, dan zal het wel waar zijn :-). Gesteund door deze kennis en ervaring, lijkt 30 à 45 minuten dus lang zat. Zelf ervaar ik vaak dat de tijd ‘sneller’ lijkt te gaan, naarmate de intervaltraining intensiever is. Dat komt doordat de rusttijd tussen de intervallen door me nooit lang genoeg kunnen duren en mijn tijdbesef tijdens de intervallen meestal wat van slag is.

Na een half uur stap ik dan toch met een tevreden gevoel af omdat ik het beest heb bedwongen. Het beest dat er voor zorgt dat ik in het voorjaar net wat makkelijker gas kan geven. Het beest dat zich niet snel gewonnen geeft, maar waarvan de beloning zich over de rest van het jaar uitbetaalt. Maar het beest is geduldig. In de zomer sluit het zijn ogen, vangt het zijn stof en wacht. Wacht tot de wintertijd weer in gaat. Ga in oktober maar eens stilletjes tussen de was achter de zolderdeur luisteren: ‘Grrrrr….’